Home > Nieuws

Nieuws over salarissen en salarisonderhandelingen

Allerlei interessante nieuwsfeiten over salarissen en salarisonderhandelingen kun je hieronder lezen. Het recentste artikel staat bovenaan. Op de onderstaande artikelen ‘Inschrijfgeld is klantonvriendelijke geldklopperij’ en ‘Inschrijfgeld is klantonvriendelijke geldklopperij (deel 2)’ heb ik veel reacties ontvangen en meerdere lezers hebben me niet alleen gevraagd om inschrijfgeld nog scherper te hekelen – ‘want jij kunt dat zo goed’ – , maar ook om ander consumentenleed aan de kaak te stellen. Daarom heb ik de pagina Tegen inschrijfgeld aangemaakt.


Loonkloof tussen vrouwen en mannen neemt weer toe

De salariskloof tussen jonge vrouwen en jonge mannen is groter geworden. Vrouwen tot 36 jaar verdienen gemiddeld 6,4% minder dan mannen die even oud zijn. Dit blijkt uit het Nationaal Salaris Onderzoek 2019 van Nyenrode Business Universiteit en Intermediair, dat 19 november 2019 gepubliceerd is. In 2017 was het percentage nog 4,8%.

De loonkloof tussen vrouwen en mannen boven de 36 jaar is de afgelopen twee jaar niet gegroeid, maar bedraagt wel 8,9%. De onderzoekers kunnen de toegenomen salariskloof niet verklaren, maar vermoeden dat vrouwen bij hun eerste baan minder goed onderhandelen dan mannen. Ja, dat komt er nou van als vrouwen mijn adviezen voor salarisonderhandelingen in de wind slaan. 😉 Vrouwen die beter willen leren onderhandelen over hun salaris, kunnen veel tips vinden op 13 tips over salarisonderhandelingen voor vrouwen en 20 gouden regels voor salarisonderhandelingen


Wanted: relatives of Eugene L. Hoeding and Earl K. Plummer

Netherlands American Cemetery and Memorial (in Dutch: Amerikaanse Begraafplaats Margraten) is a Second World War military war grave cemetery, located in the village of Margraten, 10 km (6.2 mi) east of Maastricht, in the most southern part of the Netherlands. The cemetery, the only American one in the Netherlands and dedicated in 1960, contains 8,291 American war dead.

Netherlands American Cemetery and Memorial - Amerikaanse Begraafplaats Margraten

Netherlands American Cemetery and Memorial – Amerikaanse Begraafplaats Margraten – photography: Robert Castermans

A brother of mine (Ronald Castermans) and I (Robert Castermans) have adopted the grave of the American soldier Eugene L. Hoeding / Eugene Lawrence Hoeding: PLOT N, ROW 1, GRAVE 16, RANK Corporal, SERIAL # 20366790, UNIT 1 111th Field Artillery Battalion, UNIT 2 29th Infantry Division, STATE VA, AWARDS Silver Star / Bronze Star / Purple Heart. Eugene L. Hoeding did D-day; he was on Omaha Beach. Eugene L. Hoeding died in the vicinity of Dürselen in North Rhine-Westphalia (in German: Nordrhein-Westfalen) in Germany on February 28, 1945. Eugene L. Hoeding was born in North Carolina in 1919. Eugene L. Hoeding resided in Norfolk City, Norfolk County (1691-1963, defunct), Virginia, United States of America. His father: Laurence B. Hoeding, his mother: Mamie I. Hoeding, his sister: Virginia D. Hoeding. We would like to get in touch with the relatives of Eugene L. Hoeding. Are you a relative of Eugene L. Hoeding or do you have more information about Eugene L. Hoeding, please contact us via the page Contact.

grave of Eugene L. Hoeding - photography: Robert Castermans

grave of Eugene L. Hoeding – photography: Robert Castermans

Eugene L. Hoeding - Dear Eugene L. Hoeding, thank you very, very, very much for helping to liberate Europe during the Second World War, you are great, RIP - photo source: Eugene Brown (nephew)

Eugene L. Hoeding – Dear Eugene L. Hoeding, thank you very, very, very much for helping to liberate Europe during the Second World War, you are great, RIP – photo source: Eugene Brown (nephew)

An acquaintance of ours, Leo Debeij, has adopted the grave of the American soldier Earl K. Plummer: PLOT N, ROW 1, GRAVE 15, RANK Private First Class, SERIAL # 35728787, UNIT 1 247th Engineer Combat Battalion, STATE IN, AWARD Purple Heart. Earl K. Plummer died in Germany on April 4, 1945. He was born in Haddon, Sullivan County, Indiana on September 10, 1916. Earl Kenneth Plummer was from Princeton (429 E. Ohio St.), Gibson County, Indiana, United States of America. His mother: Odessa M. (Bedwell) Plummer, his sisters: Lillie M. Plummer and Ruby Plummer, his brother: Joe B. Plummer, his wife: Effie M. Plummer. Leo Debeij also wants to get in touch with the relatives of Earl K. Plummer. Are you a relative of Earl K. Plummer or do you have more information about Earl K. Plummer, please contact Leo Debeij via the page Contact.

grave of Earl K. Plummer - photography: Robert Castermans

grave of Earl K. Plummer – photography: Robert Castermans

Earl K. Plummer - Dear Earl K. Plummer, thank you very, very, very much for helping to liberate Europe during the Second World War, you are great, RIP - photo source: Fields of Honor (database): A Face to Every Name

Earl K. Plummer – Dear Earl K. Plummer, thank you very, very, very much for helping to liberate Europe during the Second World War, you are great, RIP – photo source: Fields of Honor (database): A Face to Every Name

graves of Eugene L. Hoeding and Earl K. Plummer and other graves in Netherlands American Cemetery and Memorial – cinematography: Robert Castermans


Premier Rutte: salaris personeel moet aanzienlijk omhoog

Zaterdag 15 juni 2019 heeft premier Mark Rutte op een VVD-bijeenkomst gedreigd dat lastenverlichtingen voor bedrijven niet doorgaan als grote bedrijven de lonen van het personeel niet fors verhogen.

Rutte zei dat de winsten tegen de plinten klotsen maar dat het enige dat stijgt, de salarissen van de topmannen zijn en niet de cao-lonen. Die gaan onvoldoende omhoog en dat vindt de VVD-leider niet acceptabel.

Als de lonen bij grote bedrijven de komende tijd niet aanzienlijk gaan stijgen, overweegt Rutte de tarieven in de vennootschapsbelasting niet of minder te verlagen en werknemers via lagere inkomstenbelasting meer geld te geven.


Werkgevers schalen personeelsleden hoger in

Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt zetten veel werkgevers allerlei middelen in om medewerkers te werven of te behouden. Zo schaalt 68% nieuw personeel hoger in. Hierdoor krijgen nieuwkomers gemiddeld 8,5% extra salaris. Dit meldt de Algemene Werkgeversvereniging Nederland (AWVN) op 13 juni 2019 na een enquête onder haar leden.

Maar liefst 79% van de werkgevers heeft last van de krappe arbeidsmarkt. Vooral werkgevers in de techniek (51%), productie (28%) en ICT (27%) hebben moeite om geschikte mensen te vinden.

Tegenwoordig zetten werkgevers vaker immateriële instrumenten in om medewerkers aan te trekken of vast te houden. Zo biedt 76% van de werknemers ontwikkelingsmogelijkheden aan en 63% een vaste arbeidsovereenkomst.

Ook financiële instrumenten worden ingezet. Personeel hoger inschalen is hierbij de populairste maatregel; 68% van de werkgevers doet dit. En 62% van de werkgevers biedt personeelsleden die nieuwe medewerkers aandragen, een premie. Deze beloning varieert van tientallen tot duizenden euro’s.

De vorige piek in arbeidsmarktkrapte was in 2008. Toen was het tekort aan mbo’ers het grootst, nu aan hbo’ers.


Wie verdient wat?

In Elsevier Weekblad van 20 april 2019 is de jaarlijkse salarissenlijst ‘Wie verdient wat?’ van adviesbureau Berenschot gepubliceerd. Het is een lijst van brutojaarsalarissen voor 257 functies bij de overheid en in het bedrijfsleven. Deze lijst biedt werknemers houvast bij hun salarisonderhandelingen. Enkele belangrijke punten:

  • In 2018 stegen de salarissen gemiddeld maar 1,99% ten opzichte van 2017. Deze stijging is in lijn met de stijging van de cao-lonen over 2018. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is die loonsverhoging 2,1%.
  • Boven aan de lijst staat de bestuursvoorzitter van een middelgrote organisatie met een brutojaarsalaris van € 502.300.
  • Onder aan de lijst staat de assistent-boekbinder met een brutojaarsalaris van € 21.100. Dat is zo’n 23 keer minder dan de nummer 1 op de lijst.
  • De basisschoolleraar is er gemiddeld met een salarisverhoging van 8,69% het meest op vooruitgegaan.
  • Bij beroepen waarnaar veel vraag is, zoals loodgieters, bouwvakkers, metselaars, elektriciens en timmerlieden, was de salarisstijging groter dan gemiddeld, namelijk 3,1%.
  • Ondanks herhaalde oproepen van de president van De Nederlandsche Bank en aansporingen van het Internationaal Monetair Fonds om de lonen in Nederland flink te verhogen, is dat niet gebeurd, ook in het eerste kwartaal van 2019 niet. De cao-lonen zijn het eerste kwartaal van 2019 met 2,2% gestegen volgens het CBS, maar de inflatie bedroeg 2,5%.


Shell-CEO Ben van Beurden verdient € 20.100.000,-

De president-directeur van Shell, Ben van Beurden (1958), heeft in 2018 in totaal 20,1 miljoen euro getoucheerd. Dat blijkt uit het jaarverslag dat Shell 14 maart 2019 gepubliceerd heeft. Zijn salaris bedroeg 1,5 miljoen euro. Daarnaast ving hij wegens goede prestaties een bonus van 3 miljoen euro. Verder incasseerde hij een aandelengerelateerde beloning van 15,2 miljoen euro en een compensatie voor zijn pensioen van 400.000 euro. In 2017 verdiende de topman van Shell 8,9 miljoen euro. Zijn salaris is dus meer dan verdubbeld.


Kun je ook een burn-out krijgen als je werk te saai is?

Deze vraag beantwoordt Melanie Metz in het april-nummer van het tijdschrift Quest op p. 50-51. Ja, dat kan. Zo’n burn-out door verveling wordt een bore-out genoemd.

Indien mensen problemen oplossen, iets nieuws ontdekken of uitdagingen aangaan, maakt het brein het blij makende hormoon dopamine aan. Kun je niet genieten van uitdagingen, dan wordt er te weinig dopamine aangemaakt en word je op den duur droevig. Van verveling kun je stress krijgen en je kunt er zelfs depressief van worden. Mensen die zich vervelen, overlijden eerder, vooral aan hart- en vaatziekten. Maar je kunt niet concluderen dan je je dood kunt vervelen want mogelijk gaan mensen die zich vervelen, vaker ongezond gedrag vertonen als veel drinken, roken en drugs gebruiken.

Factoren die een bore-out in de hand werken, zijn:

  • Je hebt te weinig werk of je werk is inhoudelijk niet uitdagend.
  • De tijd gaat heel langzaam voorbij en het lijkt alsof er geen einde komt aan je werkdag.
  • Je gebruikt je tijd niet doelgericht.
  • Je voelt je rusteloos.
  • Je dagdroomt veel.
  • Je doet veel andere dingen onder werktijd.

Als werknemer moet je op tijd aan de bel trekken als je werk erg saai is. Voor een werkgever is het ook van belang om een werknemer interessanter werk te geven want als een werknemer thuis komt te zitten met een bore-out, kost hem dat een hoop geld.


Ruim 6% verdient minimumloon

Op 23 februari 2019 was het vijftig jaar geleden dat het wettelijk minimumloon van kracht werd. Iets meer dan 6% van de werknemersbanen werd in 2017 betaald volgens het minimumloon. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Vanaf 1 januari 2019 geldt voor voltijders van 22 jaar en ouder een brutominimumloon van € 1615,80 per maand. Netto is dat ongeveer € 1476. Voor deeltijders geldt een minimumloon naar evenredigheid van hun arbeidsduur.

Het minimumloon loopt vanaf medio jaren negentig in de pas met de cao-lonen. Omdat het minimumloon de grondslag vormt voor een aantal uitkeringen zoals de bijstand en de AOW, wordt gesproken van de koppeling tussen lonen en uitkeringen.

In de verhuur en overige zakelijke diensten zitten met 14% relatief de meeste banen op het minimumloon. Binnen deze groep bevinden zich de uitzendkrachten. Ook in de horeca zitten met ruim 10% relatief veel banen op het minimumloon. Bedrijfstakken met relatief zeer weinig minimumloonbanen zijn de delfstoffenwinning en de energievoorziening. Ook in bedrijfstakken als de industrie, de bouw en het onderwijs werken minder mensen tegen het minimumloon dan gemiddeld.


In 2018 grootste stijging cao-lonen na 2009

De cao-lonen zijn in 2018 gestegen met 2,1%. Dat is de grootste stijging na 2009. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft dit 3 januari 2019 bekendgemaakt.

In 2009, het eerste volle crisisjaar, lag de cao-loonstijging aanzienlijk hoger: 2,8%. Dat geldt nog sterker voor 2008, een jaar met een vergelijkbare krapte op de arbeidsmarkt als in 2018. In 2008 stegen de lonen met 3,3%.

De contractuele loonkosten (cao-lonen en werkgeverspremies) stegen met 2,5% in 2018. Sinds begin 2016 stijgen de contractuele loonkosten weer harder dan de cao-lonen.

De vakbonden en ook premier Mark Rutte roepen al langer dat de lonen omhoog moeten nu het economisch beter gaat. Die gewenste stijging lijkt inmiddels ingezet. Ook in 2019 zullen de lonen waarschijnlijk stijgen.


Financiële beloning van werkgever sterke stimulans om te stoppen met roken

Voor werknemers is een financiële beloning van de werkgever een goede stimulans om het stoppen met roken vol te houden. Uit onderzoek van de Universiteit Maastricht blijkt dat cadeaubonnen van in totaal € 350 meer werknemers motiveert om roken op te geven. De deelnemers kregen hun eerste cadeaubon van € 50 na het volgen van een groepstraining. Indien zij het stoppen volhielden, kregen zij na drie en na zes maanden weer een cadeaubon van € 50. Na een jaar niet gerookt te hebben ontvingen ze een cadeaubon van € 200.

Een financiële beloning bovenop een stoppen-met-rokentraining leidt ertoe dat 41% van de onderzochte werknemers na ruim een jaar niet meer rookt. Van een controlegroep die geen geld kreeg, lukte het maar 26% om te stoppen met roken. De aanpak heeft vooral succes bij rokers met een lagere sociaal-economische status.

Aan het onderzoek hebben in totaal 604 werknemers van 61 bedrijven meegedaan. De onderzoeksresultaten zijn 18 oktober 2018 gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet.

Als alle werkgevers in Nederland hun rokende werknemers deze methode van een antirookcursus met cadeaubonnen gaan aanbieden, zal het aantal rokers in Nederland sterk afnemen. Werknemers die niet roken, zijn fitter en gezonder en minder vaak ziek en dus productiever. Daarnaast zijn ze geen tijd kwijt aan rookpauzes.

In 2017 rookte 23,1% van de bevolking volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De daling van het aantal rokers is het sterkst onder hoogopgeleiden en het laagst onder Nederlanders met een lager opleidingsniveau. De meeste rokers zijn te vinden onder laagopgeleide mannen van 25 tot 45 jaar. Maar liefst 52% van hen rookt. Van de hoogopgeleide mannen in deze leeftijdsgroep rookt maar 22%.


Inschrijfgeld is klantonvriendelijke geldklopperij (deel 2)

Op het onderstaande artikel over inschrijfkosten, ‘Inschrijfgeld is klantonvriendelijke geldklopperij’, heb ik veel reacties ontvangen. Veel mensen die lid wilden worden van een vereniging, weigerden pertinent inschrijfkosten te betalen – en vrijwel altijd konden ze zich vervolgens inschrijven zonder inschrijfgeld te betalen. Mocht een vereniging echter vasthouden aan inschrijfgeld, ga dan naar een andere vereniging. De meeste verenigingen brengen namelijk geen inschrijfkosten in rekening. Alleen al uit concurrentieoverwegingen is het dan ook niet verstandig van een vereniging om inschrijfgeld te vragen.

Eén uitbater van een sportvereniging mailde me dat hij zich na het lezen van dit artikel realiseerde dat inschrijfgeld een financiële straf is voor iemand die zich lid maakt van zijn sportclub. Daarom heeft hij besloten een nieuw lid niet langer financieel te straffen, maar financieel te belonen. Het inschrijfgeld heeft hij afgeschaft en de eerste maand geeft hij 50% korting op de maandcontributie; hierdoor heeft hij meerdere klanten aangetrokken. Mijn complimenten, zo hoort het inderdaad!


Een gelukkig, gezond en salarisverhogend 2018!

Ik wens alle lezers van mijn boek Salarisonderhandelen, alle bezoekers van www.salarisonderhandelen.nl en alle anderen een vrolijk kerstfeest en een gelukkig, gezond en salarisverhogend 2018! Door de toenemende krapte op de arbeidsmarkt en de economische groei en door mijn tips toe te passen zal dat laatste beslist lukken 😉  ,
Robert Castermans


Grote salarisstijging in 2018

De Nederlandsche Bank heeft op 18 december 2017 voorspeld dat de economische groei in 2018 uitkomt op 3,1%. Er zal steeds meer krapte op de arbeidsmarkt ontstaan. In veel sectoren ontstaan al personeelstekorten. Vooral de zakelijke dienstverlening, de ICT, de logistiek, de bouw en de horeca hebben moeite om aan geschikt personeel te komen. De verwachting is dat de werkloosheid in 2018 zal dalen naar 3,9% en in 2019 naar 3,5%. Dit zal leiden tot een stijging van de lonen. Voorspeld wordt dat de cao-lonen in 2018 stijgen met 2,1% en in 2019 met 2,5%. De directeur van DNB, Job Swank, zegt: ‘Ga uit van 2% inflatie en een gemiddelde jaarlijkse productiviteitsstijging van 1%. Dan zou het loon met 3% kunnen stijgen.’ Het is wel zo dat de groei van de werkgelegenheid vooral optreedt bij jongeren en werknemers met laagbetaalde arbeid. Dit drukt de totale loonsom.

Momenteel blijven de lonen nog achter bij de krapte op de arbeidsmarkt en de economische groei. In Japan speelt dit probleem ook. Daarom geeft de Japanse regering bedrijven hoge belastingkortingen als ze hun werknemers beter belonen. Bedrijven die dat niet doen, krijgen een heffing en mogen minder aftrekposten opvoeren. Om de economische groei te stimuleren moeten bedrijven daarnaast meer investeren in nieuwe internetgerelateerde technologieën.


Salarissen stijgen flink in 2017 en 2018

De verwachting is dat de salarissen in 2017 en 2018 behoorlijk gaan stijgen. Dit geldt voorval voor functies waar moeilijk mensen voor te vinden zijn, zoals elektrotechnici en data-analisten.

Premier Mark Rutte, de president van De Nederlandsche Bank Klaas Knot en de vakbonden hebben meermaals opgeroepen tot een snellere loongroei. Ook het Centraal Planbureau stelt dat de lonen wel wat sneller zouden mogen stijgen nadat die jarenlang achtergebleven zijn bij de economische groei. Zelfs VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer heeft gezegd dat een loonstijging van 3% in 2018 voor de meeste sectoren haalbaar moet zijn.

De economische groei in 2016 was 2,2,% maar de lonen bleven achter bij deze groei. Voor 2017 wordt een economische groei verwacht van 3,3%. De grootste vakbond FNV heeft voor 2018 een landelijke looneis van 3,5% neergelegd.


12 stappen naar meer salaris

In het tijdschrift Radar + van nazomer 2017 staat een artikel hoe je in 12 stappen naar meer salaris gaat. Op https://www.radarplus.nl/consument-geld/article/1449/12-stappen-naar-meer-salaris kun je dit artikel lezen.

Wil je uitgebreidere en meer tips voor een hoger salaris, kijk dan op https://salarisonderhandelen.nl/gratis-cursus-salarisonderhandelen: in 20 stappen naar meer salaris.


Inschrijfgeld is klantonvriendelijke geldklopperij

Meerdere lezers van mijn boek Salarisonderhandelen hebben mij gevraagd hoe ze moeten onderhandelen over inschrijfgeld. Ze wilden lid worden van een sportvereniging en moesten € 25, € 30 of € 35 inschrijfgeld betalen. Dat vonden ze te veel. Helemaal mee eens, dat zijn belachelijke bedragen. Sterker nog: ieder bedrag aan inschrijfgeld is te hoog, want inschrijfgeld is klantonvriendelijke nonsens.

Wat is inschrijfgeld eigenlijk? Inschrijfkosten, inschrijvingskosten, inschrijfgeld of inschrijvingsgeld (registration fee in het Engels) is geld dat je moet betalen als je lid wilt worden van bijvoorbeeld een fitnesscentrum. Het inschrijven bestaat uit het invullen van een formulier; je schrijft je naam, adres en nog enkele gegevens op een A4’tje en de medewerker van het fitnesscentrum stopt het inschrijfformulier in de ledenadministratie. Dat is alles. Er worden dus helemaal geen kosten gemaakt (afgezien van ongeveer 5 cent voor een A4’tje en eventueel een paar dubbeltjes voor een lidmaatschapspasje). Het slaat dus nergens op om een klant vele euro’s in rekening te brengen. Inschrijfgeld is volgens mij ooit bedacht door iemand die zich afvroeg hoe hij klanten wat extra geld uit hun zak kon kloppen. Soms kom je de term “administratiekosten” tegen, maar dat is dezelfde klantonvriendelijke onzin als inschrijfgeld.

Een enkele keer probeert een sportvereniging het inschrijfgeld van maar liefst € 35 te verzachten door je “een verrassing” als een worst voor je neus te houden zonder te vertellen wat die verrassing is. Ga er dan maar van uit dat het een flutverrassing is met een waarde van hooguit een paar euro. Als die verrassing bijvoorbeeld een gratis vakantie naar Mallorca of een meet-and-greet met Justin Bieber of Lionel Messi zou zijn, dan zou die sportvereniging dat wel van de daken schreeuwen.

Gelukkig zijn er genoeg sportverenigingen die vinden dat inschrijfgeld geen enkele redelijke grond heeft en op hun website zetten dat je geen inschrijfgeld hoeft te betalen. Zo hoort het ook. De klant is koning en moet niet onnodig op kosten worden gejaagd.

Hoe moet je nu onderhandelen over inschrijfgeld? Ik zou er niet over onderhandelen, maar duidelijk en resoluut zeggen waarom ik principieel weiger inschrijfgeld te betalen. Hierboven heb je al meerdere argumenten gelezen. Verder kun je zeggen:

  • (kijk verbaasd) “Inschrijfkosten? Waarom moet ik € 20 inschrijfkosten betalen? Omdat jij een door mij ingevuld formuliertje in de ledenadministratie stopt? Weet je wat, ik stop dat formuliertje wel zelf in de ledenadministratie en dan betaal je mij die € 20. Die € 20 hoef je me niet contant uit te betalen, maar mag je verrekenen met de maandelijkse contributie. Afgesproken?”
  • “Als ik me lid maak, dien ik een welkomstgeschenk te krijgen. Toen ik overstapte naar een andere energieleverancier, hoefde ik ook geen inschrijfgeld te betalen, maar kreeg ik een welkomstkorting van € 100. Welk welkomstgeschenk heb jij voor me in de aanbieding?”
  • “Wanneer jij naar een winkel of restaurant zou gaan en je krijgt te horen dat je eerst inschrijfgeld moet betalen, zou je dat dan doen of zou je naar een winkel of restaurant gaan waar ze zich niet bezighouden met klantonvriendelijke flauwekul als inschrijfgeld?”
  • “We komen er niet uit. Ik weiger echter principieel inschrijvingskosten of andere onzinkosten te betalen, daarom ga ik ook niet akkoord met een korting van 50% op de inschrijvingskosten. De landelijke fitnessketen Fit For Free heeft af en toe een actie dat je geen inschrijfgeld hoeft te betalen. Als jullie ook zo’n actie hebben, kun je me bellen, dan zal ik me lid maken.” En ja hoor, de keer dat ik dit zei, werd ik de dag erna gebeld: “Voor de heer Castermans wordt een uitzondering gemaakt” als ik er verder met niemand over zou praten. Ik hou me altijd aan mijn woord, daarom noem ik geen naam. 😉

Laten we met z’n allen afspreken dat we voortaan principieel weigeren om inschrijfgeld te betalen. Wedden dat sportverenigingen het dan snel zullen afschaffen? Neem als je mantra: inschrijfgeld betalen is voor de dommen!


R
ecensie van Duurzaam onderhandelen van Daniel Shapiro
door Robert Castermans

In Duurzaam onderhandelen gaat het om het oplossen van emotioneel geladen conflicten. Het belangrijkste obstakel voor conflictoplossing is het tribale effect: een vijandige mindset die jouw identiteit opzet tegen die van de andere partij. Je kunt uit het conflict komen door positieve relaties te bevorderen via het proces van integratieve dynamiek en door de vijf verleidingen van het tribale denken te neutraliseren. Deze zijn: vertigo, herhalingsdwang, taboes, aanval op het heilige en identiteitspolitiek. Vertigo (draaiduizeligheid) is een verwrongen bewustzijnstoestand waarin een relatie je emotionele energie opslokt. Taboes kunnen constructief zijn. Een stel waarvan de man een aartsconservatieve republikein is en de vrouw een onwankelbare democraat, kan afspreken om elke dinsdagavond over politieke onderwerpen te praten en de rest van de week deze onderwerpen taboe te verklaren. Je kunt je aan de kernidentiteit van de ander assimileren door je eraan aan te passen (conformiteit) of door erin op te gaan (conversie). Bij conformiteit hanteer je de regels van de ander zonder ze je eigen te maken, bij conversie maak je je daarentegen aspecten van de kernidentiteit van de ander eigen. Dit klinkt allemaal misschien wat ingewikkeld, maar Shapiro legt alles goed en uitgebreid uit en hij geeft verhelderende en herkenbare voorbeelden en van de 15 hoofdstukken eindigen er 11 met een Werkblad voor persoonlijk gebruik, zodat je het geleerde meteen in praktijk kunt brengen.

Macht kun je positief gebruiken door die te delen met de ander. In plaats van de ander te dwingen om te doen wat jij wilt (coërcitie), kun je ook afspreken om samen iets gedaan te krijgen (coöperatie). Managers kunnen werknemers beter motiveren door samenwerking dan door dwang, omdat werknemers zich dan meer verbonden voelen met het bedrijf en zich meer eigenaar voelen van het product van hun werk.

Positioneel onderhandelen en probleemoplossend onderhandelen zijn twee gebruikelijke methodes om een conflict te beëindigen, maar voldoen niet bij een emotioneel geladen geschil. Roep dan de hulp in van integratieve dynamiek: emotionele krachten die je naar een betere verbinding trekken.

Shapiro geeft ook vijf richtlijnen om eerlijke verontschuldigingen aan te bieden. Wraak nemen kun je beter niet doen. De zoete smaak van wraak blijft niet lang hangen. Uit onderzoek blijkt dat we ons na de vergelding eigenlijk beroerder voelen dan we hadden voorzien: we trekken onze eigen moraal in twijfel en denken steeds meer na over de zondaar. Ook het uiten van woede heeft een averechtse werking. Hoe meer je je woede uit, hoe sterker die wordt en hoe sterker je verlangen naar wraak wordt. Richt je op vergeving, niet op wraak.

Duurzaam onderhandelen gaat niet alleen over onderhandelen om een overeenkomst te sluiten, maar over talloze vormen van communicatie en intermenselijk contact. Voor iedereen die bewuster en beter wil omgaan met anderen, is Duurzaam onderhandelen een buitengewoon waardevol en inspirerend boek.

Daniel Shapiro: Duurzaam onderhandelen, Succesvol onderhandelen in beladen situaties. Vertaald uit het Amerikaans door Marjolein Hazelzet en Marianne Palm. Amsterdam: Maven Publishing. 2017. Vertaling van: Negotiating the nonnegotiable, How to resolve your most emotionally charged conflicts. 368 p. ISBN 978 94 9249 314 9. € 25.


Relatief hoog salaris voor Nederlandse beginnende academici

Nederland staat internationaal op de vierde plaats wat betreft de hoogte van salarissen voor universitair opgeleide starters op de arbeidsmarkt. Dat blijkt uit onderzoek van het internationale organisatieadviesbureau Korn Ferry Hay Group, dat 12 juli 2017 gepubliceerd is. Het bureau heeft de salarissen van 5,6 miljoen banen op startersniveau bij twintigduizend bedrijven onderzocht. Daarbij is naar 25 startersfuncties in 15 landen gekeken.

In de Verenigde Staten is het gemiddelde jaarsalaris met 49.785 dollar (€ 46.856) het hoogst. Duitsland staat op nummer twee en is daarmee het best betalende land in Europa. Pasafgestudeerde academici verdienen er gemiddeld 46.715 euro. Australië staat op de derde plaats met € 46.105 euro, Nederland op de vierde plaats met € 40.955 en Frankrijk op de vijfde plaats met € 33.340. Van de onderzochte landen heeft Rusland het laagste gemiddelde salaris, namelijk € 9.035.


11 april 2016 verschijnt 3de druk van SALARISONDERHANDELEN

Nieuwe ontwikkelingen en voortschrijdende inzichten hebben een 3de druk van het boek SALARISONDERHANDELEN noodzakelijk gemaakt. Deze derde druk is flink uitgebreid: de 2de druk bevat 37.600 woorden en de 3de druk bevat 58.400 woorden. Vanaf 1 januari 2015 is de werkkostenregeling verplicht van toepassing. Daarom zijn de secundaire arbeidsvoorwaarden herschreven en is er een uiteenzetting van de werkkostenregeling toegevoegd. Ook andere nieuwe wetgeving is opgenomen. Verder zijn nieuwe strategieën en tips toegevoegd, is de bibliografie verrijkt en zijn de internetadressen geactualiseerd.


Onderhandelen over een salarisverhoging in 2016

Veel bedrijven hanteren een jaarlijkse of halfjaarlijkse salarisverhoging die in de pas loopt met de inflatie. Natuurlijk wil je wat meer, want anders ga je er niet op vooruit. De meeste loonsverhogingen zijn een percentage van het salaris. Zorg ervoor dat je weet hoe hoog de salarisverhoging voor jouw functie gemiddeld is. Met een lagere opslag neem je uiteraard geen genoegen. De gemiddelde jaarlijkse loonsverhoging is een percentage dat opgebouwd is uit de inflatiecorrectie, een stijging van het basissalaris en een grotere omvang van de flexibele beloningscomponenten.

Voor de inflatiecorrectie voor salarissen wordt vaak gebruikgemaakt van de afgeleide consumentenprijsindex voor alle huishoudens (afgeleide CPI). Het komt ook voor dat de ‘gewone’ consumentenprijsindex voor alle huishoudens (CPI) als uitgangspunt wordt genomen. Deze percentages worden gepubliceerd door het CBS.

jaar        CPI        afgeleide CPI

2006        1,2%        1,6%
2007        1,6%        1,5%
2008        2,5%        2,2%
2009        1,2%        0,9%
2010        1,3%        1,1%
2011        2,3%        2,2%
2012        2,5%        2,1%
2013        2,5%        1,3%
2014        1,0%        0,6%
2015        0,6%        0,5%

bron: Centraal Bureau voor de Statistiek

Beproefde methodes om een salarisverhoging in de wacht te slepen vind je in: Robert Castermans: SALARISONDERHANDELEN, DE BESTE STRATEGIEËN EN TIPS VOOR EEN HOGER SALARIS. 3de, herziene en uitgebreide dr. Amsterdam: Brave New Books. 2016, p. 163-189.


Cao-lonen stijgen alweer

In het eerste kwartaal van 2016 zijn de cao-lonen met 1,8% toegenomen. Dat is een versnelling ten opzichte van 2015, toen de lonen met een stijging van 1,4% de sterkste groei vertoonden sinds 2012. Vooral ambtenaren kregen in de eerste maanden van 2016 meer bijgeschreven. De lonen bij de overheid stegen met 3,1%, tegen 1,6% in de particuliere sector en 1,3% in de gesubsidieerde branche (gezondheidszorg, sociale verzekeringen). Dit heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek bekendgemaakt. Volgens het CBS is de gemiddelde loonstijging sinds de tweede helft van 2014 hoger dan de inflatie.


Loonstijging in 2015 komt uit op 1,5%

De loonsverhogingen die de vakbonden en werkgevers in 2015 hebben afgesproken, komen uit op een gemiddelde van 1,5%. Dit concludeert de AWVN (Algemene Werkgeversvereniging Nederland). De AWVN is de grootste werkgeversvereniging van Nederland en de belangrijkste arbeidsvoorwaardenadviseur van werkgevers. In 2014 bedroeg de gemiddelde loonsverhoging 1,6%.


Recensie van Handboek onderhandelen van Margaret Neale en Thomas Lys

door Robert Castermans

De Amerikaanse professoren Margaret Neale en Thomas Lys doen samen al dertig jaar grensverleggend onderzoek naar effectief onderhandelen. Een van hun kritiekpunten op de internationale bestseller Getting to yes (Excellent onderhandelen) van Roger Fisher en William Ury is dat dit boek te veel gebaseerd is op anekdoten en geïsoleerde ervaringen en te weinig op empirisch onderzoek. De strategieën van Neale en Lys zijn allemaal wetenschappelijk onderbouwd. In 230 noten verwijzen ze naar de resultaten van tal van onderzoeken. Een ander punt van kritiek is dat Fisher en Ury veel aandacht besteden aan het creëren van waarde, maar onvoldoende aandacht aan het claimen van waarde. Deze kritiek vind ik niet helemaal terecht. Fisher en Ury behandelen uitgebreid het claimen van waarde, maar volgens hen moet je dat doen aan de hand van objectieve criteria en niet door distributief te onderhandelen.

Door inzichten uit de economie en de psychologie met elkaar te combineren hebben Neale en Lys geleerd om effectiever te onderhandelen en in hun Handboek onderhandelen vertalen ze deze inzichten in praktische adviezen om een betere onderhandelaar te worden. Hun adviezen leggen ze uit aan de hand van duidelijke voorbeelden.

De meeste onderhandelingen gaan over meerdere kwesties, bijvoorbeeld prijs en leverdatum. Toch is het onderwerp van het koppelen of ontkoppelen van kwesties een ondergeschoven kindje in onderhandelingsliteratuur. Neale en Lys behandelen hoe je moet onderhandelen over meerdere kwesties tegelijkertijd, beter en uitgebreider dan ieder ander boek over onderhandelen. Voor de mogelijkheid om waarde te creëren is het noodzakelijk dat er verschillende kwesties zijn. Dat doe je door een concessie te krijgen in een kwestie van veel waarde voor jou en een concessie te doen in een kwestie die voor jou minder waard is.

Moet je het openingsbod doen of ontvangen? Dit is een vraag waar veel onderhandelaars mee zitten. 80% van de onderhandelaars ontvangt liever het openingsbod. Neale en Lys adviseren om in 75% van de gevallen het openingsbod te doen. Ook het onderwerp van het openingsbod doen of ontvangen behandelen Neale en Lys beter en uitgebreider dan ieder ander boek over onderhandelen.

Een ander onderwerp dat onderbelicht is in de onderhandelingsliteratuur, is het uiten, onderdrukken en simuleren van emoties. Neale en Lys geven vele goede tips. Het onderdrukken van je emoties tijdens een onderhandeling vergt veel mentale kracht en kan daarom nadelig zijn voor je denkvermogen. Hierdoor kom je minder makkelijk tot creatieve oplossingen. Bovendien stijgt er je bloeddruk van en zelfs de bloeddruk van de tegenpartij. Of je boos of opgewekt bent, maakt weinig verschil voor de hoeveelheid waarde die je weet te creëren, maar als je boos bent, weet je meer waarde te claimen dan wanneer je opgewekt bent. Boosheid heeft nog meer voordelen. Ben je boos, dan doe je een extremer openingsbod en is de tegenpartij eerder bereid concessies te doen. Een vrouw moet haar boosheid vergezeld laten gaan van een rechtvaardiging van die boosheid, anders wordt ze minder serieus genomen.

Moet je gedrag imiteren of complementeren? Accenten, spraakpatronen, gezichtsuitdrukkingen en lichaamshouding kun je imiteren. Dat is een doeltreffende manier om ervoor te zorgen dat de partijen in een onderhandeling elkaar aardiger vinden en meer vertrouwen. Uit onderzoek van Neale en Lys blijkt dat als je dominant gedrag spiegelt, zowel je individuele als de gezamenlijke resultaten slechter zijn. Stelt de ander zich dominant op, dan moet jij je dus onderdanig opstellen.

Het boek is uitstekend vertaald uit het Amerikaans. Alleen jammer dat de index niet vertaald is, want dan was het boek net iets toegankelijker geweest.

Handboek onderhandelen behoort tot de beste boeken over onderhandelen en voor enkele onderhandelingsonderwerpen is het zonder meer het beste boek over onderhandelen. Voor iedereen die meer rendement uit zijn onderhandelingen wil halen, is Handboek onderhandelen niet alleen een echte aanrader, maar ook een must-read.

Margaret A. Neale en Thomas Z. Lys: Handboek onderhandelen, Psychologische en economische tactieken om elke situatie naar je hand te zetten. Vertaald uit het Amerikaans door Ineke van den Elskamp. Amsterdam: Maven Publishing. 2015. Vertaling van: Getting (more of) what you want, How the secrets of economics and psychology can help you negotiate anything, in business and life. 368 p. ISBN 978 94 9184 556 7. € 22.


Salarissen stijgen met 2,3% in 2015

Nederlandse werknemers kunnen in 2015 een gemiddelde salarisstijging tegemoet zien van 2,3%. Nederland komt hiermee onder het Europese gemiddelde van 3,1% uit.  Dit meldt organisatieadviesbureau Hay Group op basis van een jaarlijks wereldwijd beloningsonderzoek.  Het onderzoek is gebaseerd op salarisgegevens van ruim 16 miljoen werknemers, verdeeld over 24.000 organisaties in 110 landen.

Vergeleken met de buurlanden scoort Nederland gemiddeld. België en Frankrijk verwachten een loonstijging van 2%, Duitsland een van 2,8%.


Salarissen met 2,5% gestegen

Nederlandse werknemers hebben in de periode van 1 juli 2013 tot 1 juli 2014 gemiddeld 2,5% meer salaris ontvangen. Dit is nagenoeg gelijk aan de salarisverhoging in 2013. Voor 2015 wordt een salarisstijging van 2,3% verwacht. Dit blijkt uit onderzoek van het organisatieadviesbureau Hay Group. Het onderzoek is gebaseerd op beloningsgegevens van meer dan 360.000 werknemers van 575 grote en middelgrote ondernemingen in Nederland.

Deze cijfers zijn geen verrassing. De trend van gematigde salarisgroei is in 2010 ingezet. Nederlandse bedrijven proberen door beheersing van de loonkosten hun concurrentiepositie te verbeteren.

In 2014 heeft 11% van de bedrijven de salarissen bevroren. In 2015 wil 14% van de bedrijven geen verhoging van de salarissen doorvoeren, ondanks het voorzichtige economische herstel. Salarisverhogingen zijn niet langer een automatisme, maar worden steeds meer toegekend op basis van individuele prestaties.


Vier op de tien werknemers verwachten salarisverhoging in 2014

42% van de Nederlandse werknemers denkt in 2014 een salarisverhoging te krijgen. Van de vrouwelijke werknemers verwacht 41% een loonsverhoging. Bij de mannen ligt dit percentage met 43 iets hoger.


Vrouwen in EU verdienen veel minder dan mannen

De loonkloof in de Europese Unie tussen vrouwen en mannen is nog steeds enorm. Dit heeft de Europese Commissie in Brussel bekendgemaakt.

Donderdag 28 februari 2013 is uitgeroepen tot Europese Dag voor Gelijke Beloning om stil te staan bij de ongelijke behandeling van vrouwen op de arbeidsmarkt. Vrouwen verdienen per uur gemiddeld 16,2% minder dan mannen. De eerste dag voor gelijke beloning was 5 maart 2011, de tweede 2 maart 2012. Er is sprake van een lichte vermindering van de loonkloof. Dit kleinere verschil komt vooral doordat de salarissen van mannen zijn gedaald.

In Europa zit Nederland met het beloningsverschil in het midden. Italië is het enige EU-land waar vrouwen met een fulltimebaan bijna even veel verdienen als mannen. In Oostenrijk en Duitsland verdienen vrouwen relatief het minst.

Vrouwelijke werknemers in Nederland verdienden in 2011 gemiddeld € 33.000 bruto, terwijl het gemiddelde inkomen van mannen € 58.000 bedroeg, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het inkomensverschil was het grootst bij stellen die kinderen hebben en samenwonen. Deze vrouwen verdienden 45% van wat samenwonende vaders verdienden. Dit komt vooral doordat de meeste moeders met een baan parttime werken, terwijl de vaders juist relatief veel werken. Ook verschillen in onder meer opleidingsniveau, leeftijd, de soort functie en werkervaring zorgen voor inkomensverschillen tussen vrouwen en mannen. Onder alleenstaande werknemers was het verschil in inkomen relatief klein. Het inkomen van deze vrouwen kwam uit op 84% van het gemiddelde inkomen van alleenstaande mannen. En ook onder alle mensen met een fulltimebaan was het inkomensverschil niet zo groot. Vrouwen in deze groep verdienden ruim 80% van wat mannen gemiddeld verdienden. Het inkomensverschil tussen vrouwen en mannen die 35 uur per week of meer werken, is sinds 2005 gelijk gebleven.

Volgens het CBS worden de inkomensverschillen tussen vrouwen en mannen in de afgelopen jaren wel steeds kleiner, vooral in de laatste twee jaar. Dit komt doordat mannen vaker in conjunctuurgevoelige sectoren werken, zoals de financiële wereld en het bankwezen. Vrouwen werken vaker in de zorg, waar nog nauwelijks ontslagen zijn gevallen. Mannen in bijvoorbeeld de zakelijke financiële dienstverlening hebben in de afgelopen jaren zelfs te maken gehad met een loondaling.


Salarisverhoging in 2013 lager dan inflatie

Nederlandse werknemers krijgen naar verwachting in 2013 een salarisstijging van 2,8%. Dat is 0,1% minder dan de inflatieberekeningen van het CBS voor de maand oktober 2012. Dit blijkt uit onderzoek van adviesbureau Mercer naar de salarisontwikkelingen in Europa, het Midden-Oosten en Afrika.

Voor het onderzoek is gekeken naar de salarisgegevens van 570 multinationals in 76 landen. Alle groepen werknemers zijn meegenomen, van leidinggevenden tot kantoorpersoneel en werknemers op de vloer. De gegevens zijn opgevraagd bij humanresourcesmanagers van de ondervraagde ondernemingen.

De uitkomsten laten in Europa, het Midden-Oosten en Afrika een divers beeld zien. In West-Europa stijgen de lonen in 2013 gemiddeld met 2,6%. Dat is een lichte daling vergeleken met 2012 toen er een loonstijging van 2,7% was. In Oost-Europa is een stijging te noteren van gemiddeld 4,6%. Bedrijven in Afrika hebben gemiddeld 8% meer gebudgetteerd voor salarissen en in het Midden-Oosten gaan de lonen gemiddeld met 5,2% omhoog.


Minder salarisstijging in 2012

Gemiddeld zijn de salarissen in Nederland in 2012 met 1,9% gestegen. Begin 2012 verwachtten de werkgevers nog een gemiddelde loonstijging van 3,6%. De loonstijging is ook lager dan in 2011. Toen gingen de lonen met gemiddeld 2,1% omhoog. Dit blijkt uit het Nationaal Beloningsonderzoek van HR-adviesbureau Human Capital Group.

In 2012 is het loon van werknemers in de zakelijke dienstverlening het meest gestegen. De medewerkers in deze sector konden rekenen op een gemiddelde loonstijging van 2,4%. De laagste stijging was in de publieke sector. Daar stegen de salarissen maar met gemiddeld 1,4%.

Uit het onderzoek blijkt ook dat op secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals pensioen en vergoedingen, verder is bezuinigd.


Mannelijke zzp’er heeft hoger inkomen

Het inkomen van vrouwelijke zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) lag in 2010 met € 15.000 maar liefst 40% lager dan het inkomen van hun mannelijke collega’s, die € 26.000 verdienden. Het gemiddelde inkomen van een zzp’er kwam in 2010 uit op ruim € 21.000. Dit blijkt cijfers van het CBS.

Het verschil is voor een deel toe te schrijven aan het aantal gewerkte uren. Daarnaast werken vrouwen vaker dan mannen in minder betalende sectoren. Mannen zijn het meest actief in de bouw of zakelijke dienstverlening, terwijl vrouwen oververtegenwoordigd zijn in de sectoren cultuur, recreatie en overige dienstverlening.

Uit de cijfers blijkt dat het inkomen van de mannen bij alle opleidingsniveaus ongeveer gelijk ligt, terwijl hoogopgeleide vrouwen over het algemeen een hoger inkomen hebben ten opzichte van lageropgeleide vrouwen.

In het eerste kwartaal van 2012 waren er bijna 750.000 zzp’ers: 265.000 vrouwen en 484.000 mannen.

Hoe je als zzp’er ofwel freelancer moet onderhandelen over je honorarium vind je in: Robert Castermans: SALARISONDERHANDELEN, DE BESTE STRATEGIEËN EN TIPS VOOR EEN HOGER SALARIS. 3de, herziene en uitgebreide dr. Amsterdam: Brave New Books. 2016, p. 114-116.


Cao-lonen al anderhalf jaar onder inflatie

In het eerste kwartaal van 2012 zijn de cao-lonen met gemiddeld 1,4% gestegen. Dat is ongeveer evenveel als in de twee voorgaande kwartalen. De cao-loonstijging ligt hiermee al ruim anderhalf jaar onder de inflatie. De inflatie bedraagt momenteel 2,5%. Het CBS heeft dat bekendgemaakt.

De contractuele loonkosten stegen meer dan de cao-lonen, namelijk 1,8%. Volgens het CBS komt dat door veranderingen in de premies die werkgevers moeten betalen. Zo steeg de werkgeverspremie voor werkloosheid van 4,2 naar 4,55%.

De hoogste cao-loonstijging deed zich voor in de bedrijfstak vervoer en communicatie: 1,9%. In de bedrijfstak financiële instellingen was de loonstijging met 0,9% het laagst.


Inflatie in 2011 hoger dan loonstijging

De lonen hebben in 2011 de inflatie niet kunnen bijhouden. Volgens het CBS stegen de cao-lonen in 2011 gemiddeld met 1,3%, terwijl de inflatie 2,3% bedroeg. De gemiddelde loonstijging was in 2011 even gematigd als in 2010. In dat jaar hielden de lonen nog wel gelijke tred met de inflatie.

Particuliere bedrijven zagen hun kosten voor cao-lonen met 1,9% stijgen, in de gesubsidieerde sector was de salarisverhoging 1,6%. Bij de overheid stegen de loonkosten met 0,5% het minst. In 2010 namen de loonkosten bij de overheid nog sterker toe dan gemiddeld. In het onderwijs gingen de salarissen een fractie omlaag, doordat een eenmalige beloning voor de werknemers van universiteiten uitbleef.


Nederlandse lonen in 2012 maximaal 3% omhoog

In 2012 is de verwachte loonstijging voor Nederlandse werknemers maximaal 3%. Dit blijkt uit onderzoek van Mercer naar het beloningsbeleid van 329 multinationals in Europa, Afrika en het Midden-Oosten.

De gemiddelde loonstijging in West-Europa is 2,7%. Nederlanders krijgen er tussen de 2,9 en 3,0% bij. De verwachte inflatie bedraagt in 2012 ongeveer 2,0%. De Nederlandse werknemer gaat er dus in brutokoopkracht op vooruit.

Halverwege 2011 werd nog verschil werd gemaakt in loonsverhoging tussen verschillende functies, maar voor 2012 lijkt dit niet aan de orde. Zowel directeuren en managers, als overige werknemers, zoals ondersteunend kantoorpersoneel en productiemedewerkers, kunnen op ongeveer eenzelfde salarisstijging rekenen.


Cao-lonen stijgen weer iets harder

De loonstijging in collectieve arbeidsovereenkomsten is in de eerste helft van 2011 weer iets aangetrokken. Gemiddeld stegen de lonen in de eerste zes maanden in cao’s met 1,6%. Dat is weliswaar minder dan de verwachte inflatie van 2%, maar meer dan de gemiddelde stijging van 0,8%, die in het najaar van 2010 werd gemeten.

Dit blijkt uit de Voorjaarsrapportage van cao-afspraken 2011, die minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) Henk Kamp naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.


Nederlandse salarissen stijgen bovengemiddeld

In 2011 krijgen Nederlanders gemiddeld 2,85% meer salaris. Daarmee ligt Nederland iets boven het gemiddelde van West-Europa. Dit blijkt uit onderzoek van consultancyfirma Mercer naar de beloningen bij dochterondernemingen van ruim 400 multinationals die gevestigd zijn in Europa, het Midden-Oosten en Afrika.

Volgens het onderzoek krijgen mensen op de werkvloer in Nederland een salarisverhoging van 2,6%, managers en andere leidinggevenden 3% en topmanagers 2,8%.


Lonen fors omhoog tussen 2020 en 2030

De vergrijzing leidt tussen 2020 en 2030 tot spanningen op de arbeidsmarkt waardoor de lonen flink zullen stijgen. Dit stelt hoogleraar arbeidseconomie Jules Theeuwes.

De hoogleraar verwacht dat tussen nu en 2030 bijna drie miljoen ouderen de arbeidsmarkt verlaten, terwijl er veel minder jongeren voor hen in de plaats komen. Daardoor ontstaat er krapte op de arbeidsmarkt.

Theeuwes voorziet door de vergrijzing en schaarste aan hoogopgeleiden een grotere inkomensongelijkheid in Nederland ontstaan. Aan de bovenkant van de arbeidsmarkt neemt de vraag naar hoogopgeleiden sterk toe vanwege de grote economische behoefte aan kennisproducten. Tegelijk ontstaat bij de veelverdieners een stijgende vraag naar persoonlijke dienstverlening zoals kinderopvang en ouderenzorg, die door de onderkant van de arbeidsmarkt opgevuld zal worden. De laagopgeleiden gaan meer verdienen, maar hun loonstijging zal niet zo groot zijn als die van hoogopgeleiden.


Laagopgeleiden verdienen helft minder dan hoogopgeleiden

Het inkomen van hoogopgeleiden was in 2009 bijna twee keer zo hoog als dat van laagopgeleiden. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.

Een derde van de werkzame beroepsbevolking heeft een hbo- of universitaire opleiding afgerond en is dus hoogopgeleid. Ruim vier op de tien werkenden hebben een opleiding op middelbaar niveau afgerond. Zij hebben een mbo-diploma of hebben ten minste 4 jaar havo of vwo gevolgd. De rest is laagopgeleid. Vrouwen zijn gemiddeld iets hoger opgeleid dan mannen, aldus het CBS.

Het gemiddeld bruto-inkomen van werkenden lag in 2009 op ruim € 36.000. Het inkomen van een laagopgeleide was gemiddeld ruim € 26.000. Dat van een hoogopgeleide was met ruim € 49.000 bijna twee keer zo hoog. Het verschil tussen laag- en middelbaar opgeleiden is volgens de onderzoekers beduidend minder groot dan tussen middelbaar en hoogopgeleiden.


Veel Nederlandse vrouwen werken

In Nederland werkt 71,5% van de vrouwen. Van de 27 lidstaten van de Europese Unie is dat percentage alleen in Denemarken nog iets hoger. In Malta en Italië ligt het onder de 50%. Driekwart van de Nederlandse vrouwen werkt in deeltijd. Dat is een record. Op ruime afstand volgt Duitsland, waar 45% van de werkende vrouwen een parttimebaan heeft.

Nederlandse vrouwen verdienen gemiddeld 81% van het brutoloon van mannen. Daarmee is het verschil groter dan het Europese gemiddelde, dat op 83% ligt. Toch zijn Nederlandse vrouwen hoger opgeleid dan gemiddeld in de Europese Unie.


Stijging cao-loon gelijk aan inflatie

De cao-lonen zijn in 2010 gemiddeld met 1,3% gestegen en hielden daardoor gelijke tred met de inflatie. Dit heeft het CBS bekendgemaakt. In 2009 stegen de cao-lonen nog met 2,8%.
In 2010 waren de loonstijgingen in de collectieve sector duidelijk hoger dan in de particuliere sector. In de gesubsidieerde sector was dat 2% en bij de overheid 1,8%. In de particuliere bedrijven was dat 1%.

Voor de werkgevers stegen de contractuele loonkosten met 1,5%. Die stijging overtrof die van de cao-lonen door hogere werkgeverspremies. In de eerste helft van 2010 lag de loonstijging nog boven de inflatie, daarna bleef de loonontwikkeling daarbij achter.


Cao-lonen stijgen in 2010 met 0,8%

De stijging van de cao-lonen in 2010 is gemiddeld 0,8% en is onder het niveau van de inflatie komen te liggen. De loonstijging is fors lager dan de toename van 2,3% in 2009. In 2008 gingen de cao-lonen nog met 3,5% omhoog.

Dit blijkt uit de Najaarsrapportage cao-afspraken 2010, die minister Henk Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Voor de rapportage zijn 114 cao’s onderzocht, waaronder ruim 5,2 miljoen werknemers vallen. De cijfers over de lonen zijn voorlopig en gaan alleen over wijzigingen in het contractloon.

Terwijl de lonen in 2010 minder hard stijgen, neemt de inflatie toe. De prijzen stegen begin 2010 nog met 0,8%, maar de inflatie ligt inmiddels boven de 1,5%.

Kamp stelt in een toelichting dat de verminderde koopkracht een logisch gevolg is van de economische crisis: ‘De economische krimp van 4% in de 2009 heeft duidelijk de sfeer bij de cao-onderhandelingen heel erg beïnvloed.’ De gematigde stijging van de cao-lonen in 2010 is volgens de minister goed voor de internationale concurrentiepositie en het herstel van het bedrijfsleven. Verder wees Kamp op voordelen voor de overheid. Door de gematigde loonontwikkeling is de overheid minder kwijt aan de koppeling van de hoogte van uitkeringen aan de loonontwikkeling.


Salaris stijgt minder hard

Nederlandse werknemers zijn tussen juli 2009 en juli 2010 gemiddeld 2,6% meer gaan verdienen. Dat was in dezelfde periode een jaar eerder nog 3,1%, aldus adviesbureau Hay Group.

Omdat de inflatie in die periode 1,7% bedroeg, is de reële loonstijging gering. 6% van de Nederlandse organisaties heeft het afgelopen jaar de salarissen bevroren. Volgens Hay, dat kan putten uit de salarisgegevens van ruim 260.000 Nederlandse werknemers, verwachten bedrijven dat de salarisverhoging voor komend jaar met 2,5% ongeveer gelijk is aan die van vorig jaar. ‘De trend van beperkte stijgingen van het vaste inkomen zet daarmee verder door.’

De stijging van de vaste inkomens is volgens Hay-woordvoerster Anne Branger het gevolg van doorwerking van afspraken die al uit 2008 dateren. ‘Daarnaast hebben veel ondernemingen traag gereageerd op de crisis en ook begin 2009 nog afspraken gemaakt over collectieve loonstijgingen van meer dan 2,5%.’ In de vele jaren dat Hay salarisstijgingen meet, behoort dit tot de laagste percentages. ‘Voor een economisch zwaar jaar als 2009 was het percentage uitbetaalde bonussen desalniettemin fors’, stelt de organisatie. Toch denkt Hay dat de bonussen enigszins ‘mee-ademen’ met de bedrijfsresultaten. ‘Bonussen lijken goed te werken om de loonkosten te beheersen.’


Cao-loonstijging onder inflatieniveau

De stijging van de cao-lonen lag in het derde kwartaal van 2010 voor het eerst sinds 2005 onder het niveau van de inflatie. Gemiddeld lagen de lonen in deze drie maanden 1,3% hoger dan in dezelfde periode van 2009. De inflatie kwam in het derde kwartaal uit op 1,6%. Dit heeft het CBS bekendgemaakt.

Werknemers in de branche van energie- en waterleidingbedrijven kenden, net als horecapersoneel, de laagste loonstijging, namelijk 0,3%. In de horecasector is bij een belangrijke cao geen loonsverhoging voor 2010 gegeven. Deze loonsverhoging is uitgesteld tot volgend jaar. In de sector gezondheid en welzijn stegen de cao-lonen met 2,5% het meest. Bij een aantal cao’s in deze bedrijfstak is dit jaar het persoonlijk levensfasebudget ingevoerd, waardoor de uurlonen stijgen. Daarnaast is ook bij veel cao’s de eindejaarsuitkering verhoogd.

De contractuele loonkosten, die bestaan uit het cao-loon inclusief bijzondere beloningen en werkgeverspremies voor onder meer pensioen, werkloosheid en sociale fondsen, namen met 1,5% toe ten opzichte van het voorgaande jaar.

Aan het einde van het derde kwartaal is ruim 80% van de cao’s voor geheel 2010 afgesloten. Het CBS schat dat de gemiddelde cao-loonstijging over heel 2010 uitkomt op 1,3%.


Loonverschil tussen vrouwen en mannen neemt af

Vrouwen verdienen nog altijd een stuk minder dan mannen, maar het verschil wordt kleiner. Het tempo waarin dit gebeurt, is echter laag, aldus het CBS in september 2010.

In 2008 verdiende een vrouw gemiddeld 81% van het bruto-uurloon van mannen. Bij jongeren is het verschil in bruto-uurloon tussen vrouwen en mannen ongeveer 10%. Voor 45-plussers kan het oplopen tot 35%. Het verschil in bruto-uurloon daalt maar langzaam. In de periode tussen 2006 en 2008 nam het op jaarbasis met 0,4% af.

De loonverschillen variëren sterk per sector. Bij financiële instellingen kregen vrouwen in 2008 gemiddeld 30% minder betaald dan mannen, terwijl in het onderwijs het verschil maar net boven de 15% uitkwam. Bij de jongeren tot 25 jaar verdienen in beide bedrijfstakken vrouwen iets meer dan hun mannelijke collega’s. Maar bij het stijgen van de leeftijd lopen vrouwen al snel een achterstand op.

Vrouwen van 55 tot 65 jaar verdienden bij financiële instellingen ruim 40% minder. In het onderwijs liep het verschil op tot bijna 20%.

Volgens het CBS hebben de grote verschillen tussen die twee sectoren te maken met de variatie in functies en beloningen. Bij financiële instellingen lopen die veel meer uiteen. Mannen zijn daarbij oververtegenwoordigd in de beter betaalde banen.


Cao-loonstijging daalt met 2 procentpunten

De cao-lonen zijn in het eerste kwartaal van 2010 met 1,6% gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Begin 2009 bedroeg de cao-loonstijging nog 3,6%. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

De grootste cao-loonstijging was waar te nemen in de sector Openbaar bestuur. Hier stegen de lonen met 2,7%. Dit wordt volgens het CBS veroorzaakt doordat de eindejaarsuitkering bij de rijksoverheid is omgezet in een volledige dertiende maand. Deze afspraak was al in 2007 gemaakt. In de landbouw en visserij stegen de cao-lonen het minst.

De contractuele loonkosten zijn in het eerste kwartaal van 2010 met 1,9% toegenomen. Dit zijn de cao-lonen vermeerderd met bijzondere beloningen en werkgeverspremies. Deze stijging is iets hoger dan de stijging van de cao-lonen. Dit komt vooral door de verhoging van de werkgeverspremie voor het wachtgeld en de wettelijke werkgeversbijdrage in de ziektekosten.


Vooral hoger salaris belangrijk in 2010

Een hoger salaris is voor 42% van de werknemers het belangrijkste doel dat zij in 2010 in hun werk willen bereiken. Dat blijkt uit een onderzoek van uitzendbureau Unique onder 980 werknemers.

33% van de respondenten geeft aan te willen investeren in zichzelf en een opleiding te willen volgen. Op de derde plaats met 12% staat het bekleden van een hogere functie. Minder uren gaan werken wil 8% en slechts 5% wil meer verantwoordelijkheden krijgen.

‘Salaris is altijd een belangrijke motivator voor werknemers. Na een crisisjaar als 2009, waarin bij veel bedrijven de salarissen niet zijn gestegen, is het begrijpelijk dat werknemers aangeven hier waarde aan te hechten’, aldus Jeannine Peek, algemeen directeur van Unique.


Cao-lonen in 2009 met 2,9% gestegen

De cao-lonen zijn in 2009 met 2,9% toegenomen ten opzichte van een jaar eerder. In het eerste kwartaal lagen de lonen nog 3,7% hoger dan een jaar eerder, maar naarmate het jaar vorderde, nam de stijging onder invloed van de recessie af. In het vierde kwartaal bedroeg de stijging nog maar 2,4%. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

De toename was lager dan in 2008, toen de cao-lonen nog met 3,3% omhooggingen. Wel lag de loonstijging in 2009 1,7 procentpunt boven de inflatie, die vorig jaar uitkwam op 1,2%. Dat verschil is verreweg het grootste van de afgelopen tien jaar. Gemiddeld lag de stijging van de cao-lonen de afgelopen tien jaar 0,5 procentpunt boven de inflatie.

De lonen gingen in 2009 met 3,5% het meest omhoog in de gesubsidieerde sector, zoals zorg en welzijn.

In hoeverre werknemers er in koopkracht op vooruitgaan, hangt ook af van de premies voor sociale verzekeringen en pensioenen en de loonheffing.


Leeftijdsdiscriminatie op arbeidsmarkt voor 50-plusser

Onderzoek laat zien dat ongeveer 10% van de bedrijven sollicitaties van 45-plussers serieus in overweging neemt. Als iemand 55-plus is, nemen de kansen op de arbeidsmarkt hoogstwaarschijnlijk heel snel af. Leeftijdsdiscriminatie komt dus vaak voor. De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) kan daarover meepraten. De meeste klachten gaan over leeftijdsdiscriminatie. Op de tweede plaats staan klachten over rassendiscriminatie.

Volgens werkgevers pikken 50-plussers dingen minder snel op, zijn ze fysiek zwak, vormen ze dus een medisch risico, nemen hun prestaties af, zijn ze betweterig, passen ze moeilijk in het jonge en dynamische team en zijn ze duur. Socioloog en re-integratiecoach Ad Morenc maakt werkgevers in zijn boek Hoezo te oud? duidelijk dat hun vooroordelen over 50-plussers misplaatst zijn. Iemand tussen 51 en 65 jaar noemt Morenc een medior. Die heeft meer werkervaring en vakkennis, is meer gericht op kwaliteit, heeft meestal een uitstekende kijk op zijn eigen werk en de sector, is betrouwbaar en geloofwaardig voor leiding, klanten en opdrachtgevers, heeft een sterke binding met het bedrijf, werkt veiliger, is een coach voor jongeren, heeft een afgewogen oordeel en is sociaal en communicatief vaardiger.

Door de vergrijzing zullen werkgevers steeds meer te maken krijgen met de 50-plusgroep en de vijver van jonge werkzoekenden raakt leeg. Uiteindelijk gaat er dus wat veranderen.

De medior is duur en daarom zijn er volgens Morenc maatregelen nodig. Cao’s vormen een muur voor de 50-plusser op zoek naar een baan. Als hij een lang arbeidsverleden heeft en in zijn oude beroep aan de slag wil, is hij te duur. Volgens Morenc zouden er o.a. intredeschalen moeten komen voor 50-plussers en loonsuppletie door de overheid, zodat zij niet te duur zijn voor bedrijven en eerder aangenomen zullen worden. Ook demotie is een oplossing, dus het tegengestelde van promotie. Verder kunnen cao’s omzeild worden met payrolling of door een freelancecontract af te sluiten. Bij payrolling wordt de payroll-onderneming in formeel-juridische zin de werkgever. Dat de 50-plusser minder gaat verdienen, is meestal geen probleem, want in de mediore levensfase nemen de uitgaven af. De kinderen zijn het huis uit en de hypotheek is afbetaald.

Hoezo te oud? staat vol goede sollicitatietips voor 50-plussers. Maar misschien is de medior beter af als eigen baas. Daarom geeft Morenc ook adviezen voor het starten van een eigen bedrijf. Door de vele tips, de interessante ervaringen van Morenc en anderen, de vlotte schrijfstijl en de voortdurende humor en zelfspot is Hoezo te oud? een zeer lezenswaardig boek.

Ad Morenc: Hoezo te oud? 50-plussers en hun positie op de arbeidsmarkt, Een wegwijzer bij oriënteren en solliciteren. Almere: Parthenon. 2009. 120 p. ISBN 978 90 79578 12 2. € 16,90.


Bedrijven bevriezen salarissen

Van de Nederlandse bedrijven bevriest 39% de salarissen in 2009. Normaal ligt dit percentage niet hoger dan 11%. Het percentage Nederlandse organisaties dat de salarissen niet meer laat stijgen, is nagenoeg gelijk aan de rest van Europa. Uitzondering is Frankrijk. Daar bevriest bijna de helft van de bedrijven de salarissen. Dit meldt beloningsadviesbureau Towers Perrin na onderzoek onder vierduizend managers in zeventig landen.

Towers Perrin ziet het bevriezen van de salarissen als een kortetermijnoplossing om de kosten te drukken. Volgend jaar zal nog maar 6% van de Nederlandse organisaties de salarissen volledig bevriezen. Bedrijven realiseren zich dat een dergelijke maatregel nadelig is voor het behoud van medewerkers.


Cao-loonstijging neemt verder af

In het derde kwartaal van 2009 lagen de cao-lonen 2,4% hoger dan een jaar eerder. Deze stijging is duidelijk lager dan in de eerste twee kwartalen, toen de toename van de cao-lonen respectievelijk 3,7 en 3,0% bedroeg. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

De effecten van de recessie komen steeds meer tot uiting in de cao-lonen. Bij nieuw af te sluiten cao’s worden nog wel looneisen gesteld, maar de uitkomsten zijn gematigder. De cao-loonstijging in het derde kwartaal had voor een kwart betrekking op in 2009 afgesloten cao’s.

De lonen in de gezondheids- en welzijnszorg zijn in het derde kwartaal met 3,5% het meest gestegen. In de bouwnijverheid en de horeca was de loonstijging met 3,0% ook meer dan gemiddeld. De horeca was in de voorgaande vijf jaar juist de bedrijfstak met de laagste loonstijging. De relatief hoge loonstijging bij deze bedrijfstakken komt voornamelijk door loonafspraken in cao’s die al vóór 2009 zijn afgesloten. De bedrijfstak energie- en waterleidingbedrijven had daarentegen met 0,8% de laagste loonstijging. Een belangrijke cao van deze bedrijfstak is recent afgesloten.


Onderhandelen bij ontslag

In het boek SALARISONDERHANDELEN, TOPTIPS VOOR EEN HOGER SALARIS gaat het met name om het onderhandelen bij de aanvang van en tijdens een arbeidsverhouding. Vanzelfsprekend zijn ook de onderhandelingen aan het einde van een arbeidsrelatie van groot belang. Zeker in deze slechte economische tijden komt het veelvuldig voor dat werknemers op straat komen te staan. Het is zaak om het leed dan financieel te verzachten.

Bekend is de zogenaamde kantonrechtersformule A x B x C en de recente reductie daarvan met name voor dienstjaren voor je 35ste. Nieuw is de formule X x Y x Z, die speelt in schadevergoedingsprocedures als je via een procedure bij het UWV WERKbedrijf in plaats van bij de kantonrechter wordt ontslagen. Daarnaast spelen uiteraard fiscale perikelen bij de vaststelling van een stamrechtvergoeding, zoals met name de stamrechtfaciliteit, de eventuele WW-aanvraag en de samenloop met een eventuele (tijdelijke) doorstart als freelancer.

Bij deze issues is voornoemde mr. Wytze Okx van Okx Legal & Tax je graag van dienst, waarbij je gebruik kunt maken van een door Salarisonderhandelen.nl voor jou bedongen korting.


Crisis nu ook in loonstijging te zien

In het tweede kwartaal van 2009 lagen de cao-lonen 3,0% hoger dan een jaar geleden. Die stijging is daarmee een stuk lager dan in het eerste kwartaal. Toen lagen de cao-lonen nog 3,7% hoger dan in het eerste kwartaal van 2008. Dat meldt het CBS. De effecten van de crisis worden daarmee zichtbaar, aldus het CBS.

In het bedrijfsleven lag de loonstijging in het tweede kwartaal op 3,0%. Bij de overheid gingen de lonen 2,8% omhoog, terwijl in de gesubsidieerde sector de lonen met 3,9% stegen. Ook in het eerste kwartaal gingen daar de lonen het hardst omhoog. Dat komt doordat in een aantal cao’s de vrije dagen vanwege leeftijd met ingang van 2009 vervielen en in het basisverlof zijn opgenomen. Daardoor ging in de eerste helft van 2009 het uurloon harder omhoog dan in 2008.

De loonkosten lagen in het tweede kwartaal 3,1% hoger dan in dezelfde periode van 2008. In de loonkosten zitten ook de premies die werkgevers betalen. De loonkosten stegen iets harder dan de cao-lonen, doordat werkgevers meer pensioenpremies moesten betalen.


Inkomensverschil tussen mannen en vrouwen stabiel

Nog steeds is het inkomen van vrouwen aanzienlijk lager dan dat van mannen, zo meldde het CBS op 15 april 2009. In 2007 ontvingen vrouwen 56% van wat mannen verdienen.

Mannen hadden een inkomen van gemiddeld bijna € 37.000, vrouwen van ruim € 20.000. Het verschil in inkomen is niet kleiner dan in 2003. Daarvoor nam het verschil in inkomen tussen mannen en vrouwen wel af. Deels kwam dat door de toegenomen arbeidsdeelname van vrouwen, terwijl bij mannen de arbeidsparticipatie juist iets afnam. In het bedrijfsleven verdienen mannen 6,5% meer dan vrouwen.


Cao-lonen gestegen

De cao-lonen waren in het eerste kwartaal van 2009 3,7% hoger dan een jaar eerder. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

De uitkomsten zijn gebaseerd op 88% van de cao’s. De meeste daarvan zijn afgesloten voordat de economie begon te krimpen. De toename is groter dan in 2008. Toen gingen de lonen met gemiddeld 3,4% omhoog. In de bouw was de loonstijging in de eerste maanden van dit jaar met 4,9% het hoogst. Werknemers van de energie- en waterleidingbedrijven kregen er het minste bij. Zij gingen er 2% op vooruit. Ook bij het openbaar bestuur was de stijging met 2,7% bescheiden.

De loonkosten namen toe met gemiddeld 3,6% en dat is dus iets minder dan de stijging van de lonen. Dat komt vooral doordat werkgevers minder werkloosheidspremie hoeven te betalen en ook hun bijdrage in de ziektekosten naar beneden is gegaan.


Nederlanders optimistisch over salaris

Ruim vier op de tien werknemers in Nederland verwachten in 2009 meer salaris te krijgen. Wereldwijd ligt het gemiddelde op een derde. Dit betekent dat twee derde niet rekent op een aantrekkelijker loonstrookje. Van de Nederlandse werknemers weet 37% nu al dat ze dit jaar geen loonsverhoging krijgen, 20% kan nog geen zinnig woord zeggen over een eventuele salarisverhoging en 16% wil meer salaris krijgen door een nieuwe baan te accepteren.

Dit blijkt uit onderzoek van Monster, de moederorganisatie van Monsterboard, onder ruim 15.000 werkzoekenden in Europa en Noord-Amerika.


Minder geld voor salarisverhogingen

De budgetten voor salarisverhogingen bij Nederlandse bedrijven zijn bijna gehalveerd. Bedrijven geven dit jaar gemiddeld een salarisverhoging van 2%, terwijl ze in het najaar van 2008 nog een gemiddelde salarisverhoging van 3,8% hadden gepland voor 2009.

Dit zijn de resultaten van een onderzoek van Towers Perrin onder 71 middelgrote en grote bedrijven. Driekwart van de ondervraagde bedrijven heeft het budget daadwerkelijk verlaagd, terwijl een vijfde stelt geen aanpassingen te hebben gemaakt. Het beeld in de ons omliggende landen is volgens Towers Perrin ongeveer gelijk.


Seks voor promotie

14% van de vrouwen kleedt zich sexy voor een sollicitatiegesprek, 6% is bereid met de baas naar bed te gaan om promotie te krijgen en 3% weet niet of ze tussen de lakens zouden duiken voor een beter salaris. Dit blijkt uit een enquête van VROUW onder ruim 1500 vrouwen.


Cao-lonen 3,3% gestegen in 2008

De cao-lonen zijn in 2008 met 3,3% gestegen. De inflatie kwam in 2008 uit op 2,5%. Dit heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekendgemaakt.

De afgelopen tien jaar lag de stijging van de cao-lonen gemiddeld 0,4 procentpunt boven de inflatie. In 2008 was dat twee keer zo veel. Als de lonen harder stijgen dan de inflatie, betekent dat nog niet dat mensen er ook in koopkracht evenveel op vooruit gaan. Wat zij netto overhouden, is ook afhankelijk van onder meer de premies voor pensioenen en sociale verzekering en de loonheffing.

Werknemers in de bedrijfstak cultuur en overige dienstverlening gingen er in 2008 het meeste op vooruit. Zij kregen er 4% bij. In de horeca was de loonstijging met 2,3% het laagst. Bij de overheid gingen de cao-lonen met 3,3% omhoog. Dat kwam onder andere doordat de eindejaarsuitkering steeg.


Cao-lonen gestegen

In het tweede kwartaal van 2008 zijn de cao-lonen met 3,4% gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).


Salarissen topbestuurders omhoog

Topbestuurders van AEX-genoteerde bedrijven verdienden in 2007 gemiddeld 4 miljoen euro, een stijging van 23% ten opzichte van het jaar ervoor. Vooral de uitbetaling van prestatieaandelen veroorzaakt de salarissprong. Dit blijkt uit een inventarisatie van de Volkskrant van de jaarverslagen van 19 van de 25 AEX-bedrijven.

Topman Jeroen van der Veer van Shell voert de lijst van veelverdieners aan met een jaarinkomen van 9,4 miljoen euro. Nancy McKinstry van Wolters Kluwer toucheert jaarlijks 8,5 miljoen euro en Crispin Davis van Reed Elsevier is goed voor 8,3 miljoen euro. Topman Ad Scheepbouwer van KPN zag zijn inkomen met 236% stijgen tot 6,7 miljoen euro.


Flinke stijging van salarissen van starters

Beginnende werknemers met een hbo- of universitaire opleiding zijn flink meer gaan verdienen. De aanvangssalarissen van hoogopgeleide starters stegen in 2006 en 2007 van € 28.785 naar € 31.710. Dit heeft onderzoeksbureau HayGroup bekendgemaakt.

Deze stijging wordt veroorzaakt door de krapte op de arbeidsmarkt. Omdat de economie blijft groeien, zal de opgaande lijn zich naar verwachting dit jaar en de komende jaren voortzetten. Wel zal de stijging afnemen, omdat de economie minder hard groeit. De personeelsschaarste doet zich vooral voor in de financiële sector, de ICT en de technische sector.


Cao-lonen gestegen

In het eerste kwartaal van 2008 zijn de cao-lonen met 2,7% gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Dat is meer dan in heel 2007. Toen gingen de cao-lonen met 2,1% omhoog. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In het onderwijs steeg het loon het eerste kwartaal het meest: 3,3%. Werknemers in de horeca kregen er met 1,2% het minste bij van alle bedrijfstakken.

De loonkosten gingen in het eerste kwartaal met 3,2% omhoog. Zij stegen harder dan de lonen doordat werkgevers meer kwijt zijn aan de ziektekostenverzekering.


Vrouwen verdienen het meest in ICT

De sector waarin vrouwen het best betaald worden, is de ICT. Ze verdienen er gemiddeld € 47.987 per jaar. Op de tweede plaats staat de juridische sector. Daar hebben vrouwen een gemiddeld salaris van € 47.426. Daarna komen humanresourcesmanagement met € 45.092, marketing en sales met € 42.558 en techniek met € 40.629. Dit blijkt uit onderzoek van managementconsultants De Breed & Partners.

Mannen verdienen meer dan vrouwen in de ICT-branche. Hun gemiddeld jaarsalaris bedraagt er € 52.211. Daarmee staat deze sector bij mannen op de vierde plaats. Zij verdienen het meest in de juridische sector: € 61.733. Daarna volgen marketing en sales met € 61.098 en humanresourcesmanagement met € 56.115. Techniek staat op de vijfde plaats met € 47.628.

Een mogelijke verklaring voor deze verschillen is dat 34% van de mannen in het onderzoek een leidinggevende functie heeft tegen 23% van de vrouwen. Verder kan meespelen dat slechts 3% van de mannelijke respondenten parttime wekt tegen 14% bij de vrouwelijke deelnemers.


Weinig vrouwen onder veelverdieners

In 2005 hadden 30.000 mensen in Nederland een inkomen van boven de € 200.000. Van hen was een derde een zelfstandige. De overigen waren werknemer, ambtenaar of directeur-grootaandeelhouder. Volgens de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waren onder de veelverdieners relatief weinig vrouwen: nog geen 12%.

Drie van de vier Nederlanders hadden in 2005 een eigen inkomen. Gemiddeld was het bruto-inkomen € 29.000. Ongeveer 40% van de mensen met een eigen inkomen verdiende meer dan € 29.000. Voor ruim 15% lag het inkomen boven € 50.000.


Salaris topman stijgt 44%

De beloning van topmannen en -vrouwen in het Nederlandse bedrijfsleven is met 44% gestegen. Verdiende de CEO van een onderneming in 2005 nog gemiddeld 2,5 miljoen euro, in 2006 bedroeg het beloningspakket 3,6 miljoen euro. Dit blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit en adviesbureau Hewitt Associates.

Het salaris van de financieel topman van een bedrijf steeg 7%. Voor de overige leden van de raad van bestuur bleef de waarde van het beloningspakket vrijwel gelijk. De samenstelling van het pakket van de topman veranderde ook. De kortetermijnbonus is veel belangrijker geworden. De trend is om steeds meer financiële prestatiemaatstaven te gebruiken binnen bonusregelingen.


Geld motiveert het meest

Een bonus in geld motiveert bijna de helft van de werknemers het meest. Andere bonussen stimuleren een stuk minder. Van een bonus in de vorm van vrije dagen wordt maar 5% van de werknemers warm en van een cadeau of personeelsuitje slechts 4%.

Doorgroeimogelijkheden binnen de organisatie zijn na een financiële beloning de grootste motivator. Ze stimuleren 22% van de werknemers. Dit blijkt uit een enquête van Unique Uitzendbureau onder 2.350 werknemers.


Randstedelingen verdienen het meest

Werknemers in het westen van het land verdienen meer dan collega’s met dezelfde functie elders in Nederland. Onderzoek onder ruim honderd bedrijven laat zien dat het verschil in salaris met bijvoorbeeld het noorden van het land 6,5% bedraagt. In Friesland is het inkomen per hoofd van de bevolking het laagst.


Vrouwen verdienen nog steeds minder dan mannen

Het salaris van vrouwen is nog steeds een stuk lager dan dat van hun mannelijke collega’s. Mannen verdienen maandelijks gemiddeld 18% meer dan vrouwen. Dit blijkt uit het Beloningsonderzoek van salarisadministrateur ADP Nederland en Mercer Human Resource Consulting.

Het grootste verschil komt voor in de functie van hoofd boekhouding. Een man verdient met € 47.200 29,32% meer dan een vrouw. Er bestaan ook functies waarin vrouwen beter betaald worden dan mannen. Zo toucheert een vrouwelijke manager kwaliteitszorg met € 61.000 11,72% meer dan haar mannelijke collega.


Cao-lonen stijgen 1,5%

In het tweede kwartaal van 2007 zijn de cao-lonen 1,5% gestegen ten opzichte van vorig jaar. De toename is even groot als in het eerste kwartaal.


Topinkomens stijgen ruim 12%

De salarissen van de bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen in Nederland zijn in 2006 met gemiddeld 12,34% gestegen. Dit blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van de Volkskrant naar de ontwikkeling van topinkomens in Nederland.

De salarissen stegen vooral door hogere bonussen. De gemiddelde bestuurder ontving in 2006 een bonus van € 275.000. Dit is 24% meer dan in 2005. De basissalarissen stegen met 7% naar € 490.000.


Cao-lonen stegen 2% in 2006

De cao-lonen zijn in 2006 met 2% gestegen. Dat is veel meer dan in 2005. Toen bedroeg de stijging 0,7%.

Een deel van de stijging van de cao-lonen komt door de toename van bijzondere beloningen. Zonder deze bijzondere beloningen zijn de cao-lonen 1,6% gestegen. De toename van de bijzondere beloningen van 0,4% komt voort uit de bijdragen van werkgevers aan de levensloopregeling en de ziektekosten.

Van de cao-loonstijging blijft 0,9 procent over na aftrek van de inflatie. Die kwam in 2006 uit op 1,1%.


FNV verhoogt looneis voor 2007

De FNV heeft de looneis voor 2007 verhoogd van 2,5 naar 3%. De verhoging is afgedwongen door kaderleden van ABVAKABO FNV, FNV Bondgenoten en FNV Bouw.


Cao-lonen stijgen 1,9%

De cao-lonen zijn in het derde kwartaal van 2006 met gemiddeld 1,9% gestegen ten opzichte van een jaareerder. Dit heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekendgemaakt.


Topsalaris stijgt met 10%

De salarissen van de bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen in Nederland zijn in 2005 met ruim 10% gestegen. Bestuurders van grote, niet-beursgenoteerde ondernemingen zagen hun salaris met gemiddeld 3% omhooggaan. Dit blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van de Volkskrant naar de jaarverslagen van bijna tweehonderd grote bedrijven.

In 2004 stegen de inkomsten van topmanagers in het Nederlandse bedrijfsleven volgens dit onderzoek met 13%.


Cao-lonen stijgen 1,9%

In het tweede kwartaal van 2006 zijn de cao-lonen met 1,9% gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Van de stijging komt 0,3% door bijzondere beloningen in verband met onder meer de levensloopregeling en de ziektekosten. Bij de overheid gingen de cao-lonen met 2,4% omhoog.


Vrouwen gaan voor zekerheid

Volgens een artikel in het nummer van juli/augustus 2006 van het tijdschrift Psychologie magazine op pagina 10 kiezen vrouwen vaker dan mannen voor zekerheid. Dit is een van de redenen dat vrouwen gemiddeld nog steeds minder verdienen dan mannen. Vrouwen hebben namelijk liever dan mannen een vast salaris, ook al kunnen ze meer verdienen met een prestatieloon. Verder werken veel meer vrouwen dan mannen in de overheidssector. Daar is het salaris lager dan in de marktsector, maar de baanzekerheid is er groter.


Salaris belangrijkste aspect bij keuze voor werkgever

Het salaris is voor het eerst in jaren weer de belangrijkste overweging in de keuze voor een werkgever. De afgelopen jaren was de werksfeer het eerste keuzecriterium van de beroepsbevolking. Dit blijkt uit het continu Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) van Intelligence Group, dat sinds 2003 onder bijna 50.000 personen is uitgevoerd.

Na jaren van loonmatiging of zelfs loonbevriezing zijn het salaris en het vaste contract weer erg belangrijk geworden in de keuze voor een baan. Goede secundaire arbeidsvoorwaarden en opleidingsmogelijkheden zijn iets minder belangrijk geworden.

Door de snel groeiende schaarste op de arbeidsmarkt van vooral hoogopgeleid personeel en het sterk toegenomen belang van het salaris wordt in de periode 2007-2009 een nieuwe loonspiraal verwacht. In verschillende sectoren, zoals de ICT en de juridische dienstverlening, is die inmiddels al zichtbaar.


Salarisverhogingen in eerste kwartaal 2006

De salarissen van ambtenaren zijn in het eerste kwartaal van 2006 met 2,1% gestegen ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Van alle sectoren zijn hiermee hun salarissen het meest gestegen. De particuliere sector kende een salarisverhoging die gelijk is aan het gemiddelde, namelijk 1,7%. De werknemers van gesubsidieerde instellingen kregen er het minste bij. De lonen in deze sector,die vooral uit gezondheids- en welzijnszorg bestaat, zijn maar 1,1% omhooggegaan.


Openbaarmaking topinkomens

Vanaf 1 maart 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens van kracht. Inkomens in de (semi)publieke sector die hoger zijn dan het gemiddelde ministerssalaris van € 158.000 per jaar, moeten openbaar worden gemaakt. Namen hoeven niet genoemd te worden. De functie en het bedrag zijn voldoende. Het kabinet denkt dat openbaarmaking van de salarissen matigend werkt.

In 2005 laaide de discussie over topinkomens in de (semi)publieke sector op toen de excessieve salarissen van de directeuren van twee energiebedrijven bekend werden. Ludo van Halderen van Nuon had in 2004 een salaris van € 815.000 en Michiel Boersma van Essent toucheerde € 821.000. Onder druk van de aandeelhouders en de klanten van beide bedrijven leverde Van Halderen zijn kortetermijnbonus van € 97.000 in en beloofde Boersma € 80.000, de helft van zijn bonus, te doneren aan een goed doel.


Vrouwen moeten beter onderhandelen over salaris

In het februari-nummer van 2006 van het feministisch maandblad Opzij staat op pagina 50 een interessant artikel van Femke van Zeijl over de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen. De titel is: ‘Loonkloof dichten is óók vrouwenzaak’.

Volgens sommige berichten in de media halen vrouwen eindelijk hun loonachterstand op mannen in. Paulien Osse is directeur van de Stichting Loonwijzer, een bureau dat onderzoek doet naar arbeidsmarkt en salaris. Zij waarschuwt voor overhaaste conclusies. Een hogere salarisstijging bij hoogopgeleide vrouwen zegt namelijk niets over het verschil tussen hun salaris en dat van mannelijke collega’s. Traditiegetrouw is de loonkloof groter naarmate het opleidingsniveau hoger is. Vrouwen in de hoogopgeleide regionen hebben dus veel meer in te halen.

Om discriminatie uit de wereld te helpen heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onlangs de werkgroep Gelijke Beloning ingesteld. Paulien Osse staat aan het hoofd hiervan. ‘In Nederland verdienen vrouwen gemiddeld per uur ongeveer 20 tot 30% minder dan mannen. Zo’n 5% van dat verschil kan met discriminatie te maken hebben. Dat deel gaan we aanpakken’, aldus de kersverse voorzitter. Vrouwen kunnen zelf ook wat doen om de loonkloof te dichten. Als ze vanaf hun eerste baan beter onderhandelen over hun salaris, hebben ze daar de rest van hun leven plezier van. Daarom besluit Femke van Zeijl haar artikel met een paar tips uit het boek SALARISONDERHANDELEN, DE BESTE STRATEGIEËN EN TIPS VOOR EEN HOGER SALARIS van Robert Castermans. In dit boek staan op pagina 98-104 overigens 13 tips voor vrouwen voor het succesvol voeren van hun salarisonderhandelingen.


Vrouwen lopen salarisachterstand in

De salarisverschillen tussen vrouwen en mannen worden langzaam maar zeker kleiner. Dat blijkt uit een onderzoek van het blad Intermediair in januari 2006 onder ruim 7000 mensen met een hogere opleiding.

Die trend is in bijna elke sector zichtbaar, behalve in de zakelijke dienstverlening. In de IT-sector stegen de salarissen van vrouwen in 2005 met 5,5%. Mannen kregen er maar 3,8% bij.
HBO’ers en academici zagen hun inkomen in 2005 met 2,7 à 5,4% stijgen. In de (internationale) handel bedroeg de gemiddelde salarisstijging 5,7%.


Jongeren verliezen in 5 jaar bijna 10% salaris

Werknemers tussen 15 en 30 jaar verdienden in 2001 gemiddeld € 11bruto per uur. In 2005 daalde dat tot € 10,11, een achteruitgang van ongeveer 8%. Als je rekening houdt met de inflatie tussen 2001 en 2005, bedraagt de loondaling circa 15%.

De jongerenorganisatie van de FNV wil trainingen salarisonderhandelen gaan verzorgen zodat haar leden sterker staan tijdens het salarisgesprek. Voorzitter Judith Ploegman zegt: ‘Als je weet wat je mag vragen en hoe je dat moet doen, zullen jongeren niet langer met minder akkoord gaan.’ Daarnaast wil FNV Jong dat het wettelijk minimumloon voor iedereen vanaf 18 jaar gaat gelden. Nu ontvangen jongeren tot hun 23ste jaar nog het lagere minimumjeugdloon.


Verhoging looneis naar 2%

De FNV heeft de maximale looneis verhoogd naar 2%. In september 2005 had het CNV de looneis voor de cao-onderhandelingen van volgend jaar nog op 1,5% gesteld. Maar de leden vonden dit te weinig.


Cao-lonen stijgen weer

De cao-lonen zijn in het derde kwartaal van 2005 met 1,0% gestegen ten opzichte van een jaar eerder. In het tweede kwartaal was dit percentage 0,6. In 2004 was de loonstijging 1,3%. De cao-loonstijging was in het derde kwartaal van 2001 4,6%. Dit was de hoogste stijging van de afgelopen twintig jaar.


Inkomen ICT’er stijgt harder

Het salaris van ICT’ers is in 2004 meer gestegen dan dat van de doorsneewerknemer. De salarisverhoging was 4,7% terwijl de gemiddelde Nederlandse werknemer er 2% bij kreeg. ICT’ers hebben niet veel behoefte om van baan te veranderen. Ze zitten vijf jaar bij een werkgever. De ICT-sector blijft een echte mannenwereld. Hij bestaat voor slechts 6% uit vrouwen. Drie jaar geleden was dat nog 10%. Vrouwen verdienen ongeveer 10% minder dan hun mannelijke collega’s.


Werknemers vaak ontevreden met salaris

Ruim 90% van de werkenden is tevreden met de inhoud van zijn werk. Een 40% vindt echter het aantal werkuren te hoog, het werk geestelijk en lichamelijk te zwaar en de beloning te laag. Dit leidt vaak tot wisseling van baan of functie.


CNV eist meer loon in 2006

Het CNV gaat volgend jaar in de cao-onderhandelingen een loonsverhoging eisen van 1,5 à 2%. Het doet dit om de koopkracht te verbeteren en het vertrouwen van de werknemers te herstellen.


Voorkeur voor vast salaris

Twee derde van de Nederlandse werknemers heeft geen trek in loon naar werken, zelfs niet als ze hierdoor meer verdienen. Een derde wil de uitdaging wel aan van een lager basissalaris met een variabele component. 94% van de werkenden prefereert een vast salaris vanwege de zekerheid van het inkomen. Momenteel heeft slechts 9% een salaris dat afhankelijk is van de prestaties.


Vrouwen hoeven niet zo nodig topfunctie

Uit een enquête van het onderzoeksinstituut Motivaction blijkt dat vrouwen niet de ambitie hebben om door te stoten naar de top van de maatschappij. Over het algemeen zijn ze tevreden met hun huidige leven en de rolverdeling in het huishouden.


Topsalarissen niet hoger

De salarissen van topmanagers in Nederland zijn in 2004 met 1% gestegen volgens onderzoek van beloningsadviesbureau Towers Perrin. Daarmee bleven ze duidelijk achter bij die van topfunctionarissen in het buitenland. Die zagen hun inkomens met 4 à 9% stijgen.

De bonussen daalden 1%. Natuurlijk waren er uitzonderingen. De bonus van de president van Philips, Gerard Kleisterlee, werd verhoogd van ruim € 600.000 tot meer dan € 800.000. Zijn salaris is in 2005 overigens bevroren op € 1.020.000. Ook bij de top van ING werden de bonussen verhoogd.


Salarissen algemeen directeuren KvK’s openbaar

De inkomens van de directeuren van de 21 Kamers van Koophandel zijn in 2005 bekendgemaakt. Het gemiddelde inkomen van de 19 mannen en 2 vrouwen bedraagt € 127.796, inclusief eventuele bonussen. Het hoogste salaris is dat van de directeur van de KvK Veluwe-Twente, Wilma van Ingen. Zij toucheert jaarlijks € 199.174. Het laagste salaris is voor de directeur van de KvK Flevoland: € 80.606. De verschillen vinden hun grond in de omvang van de kamers en de rechtspositie, leeftijd, diensttijd en salarisgeschiedenis van de directeuren.


Nova onderzoekt topsalarissen in semipublieke sector

Het actualiteitenprogramma Nova heeft de topinkomens van ziekenhuisbestuurders, thuiszorgdirecteuren en bestuurders van zorgverzekeraars onder de loep genomen.

De top 10 van salarissen van ziekenhuisbestuurders ziet er als volgt uit. Het gaat om de totale kosten die een ziekenhuis aan de bestuurder kwijt is.
1. € 441.738 – H.F.M.A. Huijsmans, Diakonessenhuis
2. € 334.609 – E.H. Broekhuizen, Academisch Medisch Centrum
3. € 329.050 – R. Ramaker, Medisch Spectrum Twente
4. € 320.966 – P.M. Sturkenboom, Slotervaartziekenhuis
5. € 310.352 – F.R. Plukker, St. Jans Gasthuis
6. € 305.000 – G.J.C.H.M. Peeters, Academisch Ziekenhuis Maastricht
7. € 291.155 – L.J. Gunning-Schepers, Academisch Medisch Centrum
8. € 285.044 – R. Meijerink, Erasmus MC
9. € 284.458 – O.J.S. Buruma, Leids Universitair Medisch Centrum
10. € 283.809 – N.M.H. Hoefsmit, Ziekenhuis Gooi-Noord

De salarissen worden vastgesteld door de Raden van Toezicht van de ziekenhuizen. De richtlijnen daarvoor staan in een rapport dat opgesteld is door oud-staatssecretaris van volksgezondheid Hans Simons. Hij is adviseur van de Raden van Toezicht. Wat hem betreft is het maximumsalaris € 240.000. Uit het onderzoek van Nova blijkt dat maar liefst 30 ziekenhuizen hier ruim boven zitten. Verder laat het onderzoek zien dat veruit de meeste bestuurders er in 2004 op vooruit zijn gegaan ondanks de druk van de politiek. Sommige kregen er zelfs 8% bij.

Uit de gegevens die de ziekenhuizen Nova gaven, blijkt ook dat er in 2004 forse gouden handdrukken aan weggestuurde bestuurders zijn betaald. De top 5:
1. € 475.000 – J.H. Schaaf, TweeSteden ziekenhuis
2. € 322.000 – D. Roza, IJsselland Ziekenhuis
3. € 194.000 – H.J. Kroeze, Ziekenhuis St Jansdal
4. € 186.557 – H.J. van der Steeg, Diakonessenhuis
5. € 177.200 – T.J.A. Wagenaar, Amphia Ziekenhuis

Nova heeft de jaarverslagen van de 50 grootste thuiszorgorganisaties onderzocht. Liefst 35 directeuren kosten de thuiszorg meer dan € 150.000 bruto per jaar. De top 5 van grootverdieners in de thuiszorg:
1. € 279.000 – P. de Kort, Rivas Zorggroep
2. € 250.000 – G. Tanke, Amsterdam Thuiszorg
3. € 241.000 – M. Almekinders, Sensire
4. € 220.000 – B. Visser, Icare
5. € 213.000 – K. Hazelaar, Rivas Zorggroep

Volgens de Tweede Kamer zou het salaris van de premier het maximum moeten zijn voor bestuurders in de publieke en semipublieke sector. Dat is momenteel € 122.000 en gaat in de volgende kabinetsperiode omhoog naar € 155.000. Antoinette Vietsch, Tweede Kamerlid van het CDA, zegt over de exorbitante salarissen: ‘Je ziet dat bij sommigen een soort graaicultuur is ontstaan en daar willen we wat aan gaan doen.’

De directeuren die veel verdienen, wijzen erop dat ze volgens de regels hun salaris krijgen. Maar wie maakt die regels? De leden van de Raad van Toezicht zijn diegenen die het salaris vaststellen, maar zij doen dat meestal op basis van richtlijnen en die richtlijnen worden door de Vereniging van Directeuren zelf bepaald. Dus de directeuren stellen in feite hun eigen salaris vast.

Uit de jaarverslagen van de thuiszorg blijkt dat er ook forse gouden handdrukken aan de directieleden worden betaald:
1. € 728.000 – G. Wolfs, Zorggroep Zuid-Gelderland, Nijmegen
2. € 696.000 – H. Pomerantz, Zorggroep Utrecht-West, Woerden
3. € 410.000 – W. Smids, Zorggroep Zuid-Gelderland, Nijmegen

De meeste zorgverzekeraars maakten op verzoek van Nova de salarissen openbaar. De top 10 van brutosalarissen uit 2004:
1. € 372.000 – Frank Blankers, directievoorzitter Delta Lloyd
2. € 305.000 – Boudewijn Dessing, voorzitter raad van bestuur VGZ
3. € 271.000 – Frank Elion, directievoorzitter OHRA
4. € 260.000 – Eelke van der Veen, voorzitter raad van bestuur Agis Zorgverzekeringen
5. € 250.000 – Mike Leers, voorzitter raad van bestuur CZ
6. € 221.000 – Joop Hendriks, lid raad van bestuur Agis Zorgverzekeringen
7. € 213.000 – Roger van Boxtel, voorzitter raad van bestuur Menzis
8. € 211.000 – Ingrid Visser, directievoorzitter Zorg Delta Lloyd
9. € 206.000 – Eggo Boer, voorzitter raad van bestuur OZ
10. € 200.000 – Marianne Oomens, interim-directeur Salland

VUT en pensioen zijn nog niet meegeteld. Gemiddeld is dat nog eens 20% extra.
Niet alle bestuurders wilden hun inkomen bekendmaken. Fortis, De Amersfoortse en Univé weigerden bijvoorbeeld, evenals Achmea, een van de grootste verzekeringsmaatschappijen. Uit het jaarverslag van Achmea blijkt dat Willem van Duin, samen met zes andere bestuurders, € 5.000.000 verdient. Hans Wiegel, de voorzitter van de koepel Zorgverzekeraars Nederland, ontvangt voor drie dagen in de week € 160.000 per jaar.

Het kabinet verbiedt dit soort instellingen niet om hun topbestuurders hoger te belonen dan de premier, ze hoeven het alleen maar openbaar te maken. Een verbod op zulke hoge salarissen laat het kabinet graag aan het volgende kabinet over. D66 en de linkse fracties vinden dat de topinkomens in de (semi)publieke sector moeten worden aangepakt. Alleen publieke boosheid over die inkomens is niet langer genoeg. Dit voorjaar nog bleek minister De Geus niet in staat de torenhoge salarissen bij energiebedrijven aan te pakken. D66 wil nu in de wet vastleggen dat het salaris van de premier het maximum is voor bestuurders die uit belastinggeld worden betaald. Bert Bakker van D66: ‘Het gaat hier altijd om belastinggeld en premiegeld, dat we met z’n allen opbrengen en juist daarom moet men daar veel bescheidener, soberder en fatsoenlijker mee omgaan.’

Lees meer over salarisonderhandelingen

Bestel nu de beste gids voor je salarisonderhandelingen en verdien geld!